Banden kunnen beschadigd raken door verschillende oorzaken en dat kan gebeuren zonder dat de bestuurder zich meteen bewust is van het probleem. De vaakst voorkomende types bandenschade zijn gaten, scheuren, impactbreuken, barsten, uitstulpingen en ongelijkmatige slijtage. In dit onderdeel zullen we u de signalen en symptomen uitleggen die u zullen helpen om het probleem vast te stellen, en wat handige tips om ze te voorkomen.
Er zijn verschillende types ongelijkmatige slijtage, de meest typische variaties zijn ronde slijtage, eenzijdige slijtage en holle slijtage. Hier zullen we uitleggen hoe en waarom ze voorkomen.
a. Ronde slijtage
Ronde slijtage is een patroon veroorzaakt door normaal gebruik en normale schokdemperinstellingen. Het is een zichtbare (en hoorbare) uiting van verschillende verstorende krachten die op het loopvlak inwerken. Om dit verder uit te leggen zullen we wat dieper ingaan op het ontwerp van het loopvlak.
Loopvlakgroeven en -lamellen zijn essentieel voor het verzekeren van veiligheid op natte en overstroomde wegen. Vooral bij banden met een laag profiel is een hoger percentage loopvlakporiën nodig om het water op te nemen en beter te beschermen tegen aquaplaning. Kruisgroeven voor waterafvoer nemen de vorm aan van vrijstaande blokken in het schoudergebied. Deze schouderblokken kunnen slijten in de vorm van ronde slijtage door rolmechanismes onder bepaalde omstandigheden.
Deze omstandigheden omvatten:
Terwijl de band over de weg rolt, vervormen de vrijstaande blokken wanneer ze het contactoppervlak van de band benaderen, en worden ze samengedrukt wanneer ze het asfalt raken. Nadat ze contact met de weg verliezen, zullen de blokken echter weer in hun originele vorm komen en tegelijkertijd tegen de oppervlakte schuren. Het resultaat is een slijtagepatroon op de uitlooprand van de blokken, wat vaker voorkomt op niet-aangedreven wielposities.
Een kleine hoeveelheid ronde slijtage is acceptabel en heeft geen echte effecten op het rijcomfort. Maar als de slijtage uitgebreider is, kunnen specifiekere oorzaken aan de basis ervan liggen. Dat kan gaan van onjuist oppompen, overmatig toespoor en lage-slijtagetoepassingen.
b. Holle slijtage
Dit slijtagepatroon vindt men op de aangedreven wielen van auto’s met een sterke motor. Tijdens energetische versnelling, in stop-start stadsverkeer, of bij het vertrekken aan verkeerslichten, kunnen deze hoge koppelingsniveaus snel holle slijtage verergeren. Zelfs de hedendaagse voertuigen uit het middensegment hebben moderne motoren die hoge koppelingsniveaus kunnen genereren en in staat zijn tot het produceren van een hoge mate van slippen.
c. Eenzijdige slijtage
De grootste reden voor eenzijdige slijtage is de asgeometrie. Afwijkingen kunnen mettertijd ontstaan en zijn het resultaat van, bijvoorbeeld, agressief een stoep op rijden.
De hoogte van een voertuig verlagen in combinatie met banden met een laag profiel kan ook de uitlijning beïnvloeden. Tijdens het rijden hebben gewijzigde schokdempers de neiging om de uitlijning negatief te beïnvloeden. Veel bestuurders zijn zich niet bewust van het probleem, want de uitlijningswaarden kunnen nog steeds binnen de limieten zijn wanneer ze in stilstand gemeten worden op een testbank voor de as uit te meten. Maar de uitlijningsgegevens van de producent zijn van toepassing op de voertuigen zoals ze aangeleverd worden en zijn mogelijk niet van toepassing op omgebouwde auto’s. Daardoor kan dit resulteren in een verhoogde ongelijke loopvlakslijtage.
Als de wielen van een voertuig verkeerd uitgelijnd zijn, dan kan een gekwalificeerd specialist de afwijking corrigeren door de wielen opnieuw uit te lijnen.
Een impactbreuk is schade die aangericht wordt aan het karkas (de behuizing van de band) nadat de band in contact is gekomen met bepaalde obstakels. Een duidelijke uitstulping op de zijwand van de band geeft aan dat de koorden in het karkas vernietigd zijn.
Dit soort schade wordt meestal veroorzaakt door over objecten te rijden - zoals stoepranden of snelheidsheuvels - met overdreven snelheid of vanuit een foute hoek. Het uitoefenen van te veel druk op het karkas zorgt ervoor dat individuele koorden breken. De exacte omvang van de schade is afhankelijk van de snelheid en hoek van de impact, en de grootte van het obstakel. Voorzichtige autobestuurders kunnen dit soort schade meestal vermijden, tenzij een obstakel plots voor een voertuig verschijnt en ze er niet omheen kunnen.
Het negeren van zulke schade verhoogt het risico op toekomstige bandenpech, ofwel delaminatie van loopvlak en de plooien of desintegratie van de zijwand van de band.
Een impactbreuk wordt soms verward met een inkeping in de zijwand, maar dat is niet hetzelfde. Zoals we hieronder uitleggen, vormen deukjes of inkepingen in de zijwand geen reden tot ongerustheid.
De zijwand van een band is niet altijd perfect gelijk; soms zijn er deukjes of inkepingen en er kan een grondigere inspectie nodig zijn om de oorzaken vast te stellen. Het belangrijkste om te weten is dat inkepingen niet schadelijk zijn en het rijden of de veiligheid niet beïnvloeden. De deukjes zijn oppervlakkig.
Inkepingen in een band kunt u het beste zien alsof u een draad om een opgeblazen ballon wikkelt en de draad dan steeds harder aantrekt. Als de ballon de band voorstelt, dan stelt de draad de ingebedde karkaskoorden voor die bedekt worden door rubber. Deze koorden geven de band kracht en stabiliteit en brengen stuur- en remkrachten over tijdens het rijden.
Tijdens de productie van een band - of wat preciezer, tijdens de productie van het karkas, waaraan de stalen riem en het loopvlak worden vastgemaakt - zijn er vaak een of twee overlappingen in het karkas. Die overlappingen zijn soms zichtbaar als een inkeping na het monteren en oppompen van de band.
Maar als u twijfels hebt, laat een gekwalificeerd bandenspecialist dan de zijwandinkepingen controleren.
Scheuren zijn het gevolg van externe invloeden zoals slecht onderhouden wegen, vooruitstekende carrosseriedelen of scherpe, vreemde objecten als stenen of glas. Als u schade in de vorm van een scheur ontdekt op het bandoppervlak, dan moet u uw plaatselijke bandendealer bezoeken om uw banden te laten controleren door een expert.
Gaten zijn het gevolg van scherpe objecten op de weg - bijvoorbeeld nagels, schroeven of gebroken glas - die het oppervlak van de band doorboren. Als het gat diep genoeg is, dan kan de band luchtdruk gaan verliezen. Als u ontdekt dat een of meer van uw banden continu druk verliezen, of als u een nagel of schroef vindt in het loopvlak, bezoek dan zo snel mogelijk uw plaatselijke bandenspecialist om ze te laten herstellen.
Verander de positie van de autobanden met regelmatige intervallen (tenzij anders aanbevolen door de voertuigproducent) om gelijkmatige slijtage te bevorderen. De bandpositie moet geroteerd worden, bijvoorbeeld, wanneer u uw zomerbanden omwisselt voor winterbanden.
Door de wielen op regelmatige basis te roteren van de aangedreven naar de niet-aangedreven as, kunnen bestuurders een uniform slijtagepatroon op hun banden verwachten. Maar volg, zoals altijd, alstublieft de aanbevelingen van de voertuigproducent.
Als u zich in een situatie bevindt waar u over een obstakel moet rijden, benader het dan traag en zo loodrecht mogelijk. Controleer achteraf uw banden op uitwendige schade zoals gaten, scheuren of uitstulpingen. Vermijd ook agressief rijden op onverharde wegen.